De rekenhand
Tot tien tellen lukt nog wel op je vingers. Wilde je verder tellen, dan kon je de houten rekenhand (1929) van de Amsterdamse onderwijzeres Sara Heijmans gebruiken. Voor het eenvoudige rekenwerk kun je diverse leermiddelen gebruiken: van telramen tot dominosymbolen, van rekenwieltjes tot rekenschijfjes. Of zelfs, als er weinig geld is, met lucifers. Maar een leermiddel dat wel érg bijzonder is, is de houten rekenhand uit 1929 van de Amsterdamse onderwijzeres Sara Heijmans.
Innovatie vanuit de belevingswereld van het kind! Mede mogelijk gemaakt door de vrijheid van het onderwijs en de onderwijzer. Met vier handen op een rijtje kon je met getallen tot 20 goed vooruit. Met je eigen vingers kon je ook oefenen. Maar… op den duur moest je het gewoon uit het hoofd doen. De handen moesten even weg, onder de bibs. ‘Op je vingers natellen’ was er niet meer bij.