Aardrijkskunde in het Derde Rijk

Na de machtsovername in 1933 werd het aardrijkskundeonderwijs in dienst gesteld van het nationaalsocialisme. Een belangrijk politiek doel van dit schoolvak was de ideologische rechtvaardiging van de expansiedrang van de nazi’s: de reden waarom het Duitse volk meer Lebensraum, meer ‘leefruimte’, nodig zou hebben.

Onderwerpen die in de nazi-lesmethodes centraal stonden waren:

  • het aankweken van vaderlandsliefde;
  • het benadrukken van het zogenaamde ‘bloed en bodem’-ideaal: de onverbrekelijke band tussen afstamming (het bloed) en de bodem (de landbouwgrond);
  • de idealisering van het landelijke leven en de afkeer van verstedelijking;
  • de ‘vijanden van het Derde Rijk’;
  • rassenstudie, waarbij een verschil werd gemaakt tussen ‘superieure’ en ‘inferieure’ groepen mensen;
  • de verdediging van de Duitse grenzen;
  • koloniale geografie, waarbij het belang van het terugwinnen van de afgenomen Duitse kolonies na de Eerste Wereldoorlog een belangrijk thema was.

Na de Eerste Wereldoorlog werd in het Verdrag van Versailles bepaald, dat verliezer Duitsland gebieden in Europa diende af te staan en haar koloniën verloor. Deze in nazi-ogen onvergeeflijke en onrechtvaardige vernedering werd gebruikt om bij de leerlingen een gevoel van nationalisme op te wekken. Naast de discussie over de nationale grenzen van het Duitse Rijk, introduceerden de leermiddelenmakers ook het onderwerp ‘militaire topografie’: het in kaart brengen en beschrijven van terreinen die van militair belang zijn.

Aardrijkskundemethodes werden ook ingezet om de rassenideologie en met name het antisemitisme van de nazi’s in het onderwijs te introduceren. In de boekjes werden de raciale gevaren van Joden, zwarten en de Roma en Sinti beschreven. Het joods-bolsjewistische gevaar – de band tussen joden en het communisme – werd getypeerd als een vorm tirannie, vermomd als democratie. Hier tegenover plaatste men het nationaalsocialisme, met belangrijke waarden als ‘leiderschap’ en ‘loyaliteit’.

Geografie was een belangrijk schoolvak in het Derde Rijk. Tijdens de aardrijkskundeles werden Hitlers ‘prestaties’ verheerlijkt. Vakinhoudelijk was het vooral bedoeld als nazipropaganda voor jeugd.