4 & 5 mei 2020
Boekverbranding
Tijdens de oorlogsjaren werden in de bezette gebieden bibliotheken en boekhandels streng gecontroleerd. Ook in Nederland ontkwamen lesmethodes en schoolbibliotheken niet aan de nazi-censuur. Een in het onderwijs gebruikte platenatlas voor het vak geschiedenis bevatte op de laatste pagina’s enkele karikaturen van de Führer. Vanuit het Haagse departement onderwijs, dat inmiddels genazificeerd was, kwam het bevel deze zogenaamde “geschiedenisatlassen” te vernietigen. Omdat men dit na ampel beraad toch te gortig vond – schoolboeken kosten immers geld –, werd besloten alleen de “geïncrimineerde” bladzijden te verwijderen. Spotprenten van het bevriende Duitse staatshoofd mochten niet onder de ogen van Nederlandse scholieren komen.
“Kameraden – Eine Friedensgeschichte”
In een Haarlemse boekhandel stonden elf exemplaren van “Peerke en zijn kameraden” (1919) van de schrijvende schoolmeester W.G. van de Hulst (1879-1963) op de boekenplank. Dit kinderboek van het Utrechtse schoolhoofd was razend populair. Generaties leerlinge snikten om het Belgische vluchtelingetje Peerke, dat tijdens de Eerste Wereldoorlog met zijn grootvader naar Nederland vluchtte. Tijdens gevechtshandelingen in zijn geboortedorp kwamen Peerke’s ouders om het leven en zelf verloor hij zijn beide beentjes. In een naamloze stad, waar hij bevriend raakte met een groepje Hollandse jongens, sterft hij uiteindelijk in een achterkamertje in een oud huisje aan een stille gracht.
Peerke en de nazi-censuur
Dit ogenschijnlijk onschuldige kinderboek ademde een on-Duitse geest. Waarom? In de eerste plaats propageerde Van de Hulst het pacifisme; 1931 was het boek door de Nederlandse afdeling van “Volkenbond en Vrede” zelfs uitgeroepen als het beste kinderboek tegen de oorlog. De nazi’s verheerlijkten juist de oorlog. Ten tweede kwamen de Duitsers er in het boek niet goed van af: zij werden verantwoordelijk gehouden voor het onbeschrijflijke leed dat Peerke was overkomen.
Ook “Peerke en z’n kameraden” ontsnapte niet aan de nazi-censuur. Een collaborateur bracht de bezetter op de hoogte van een partij Peerke’s bij een Haarlemse boekhandel; het kinderboek was overigens in 1928 al in het Duits vertaald onder de voor nazi’s ondraaglijke titel “Kameraden – Eine Friedensgeschichte”. Wat gebeurde er?
In het Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie (NIOD) in Amsterdam ligt het dossier “Peerke”. Uit de stukken wordt duidelijk dat het Departement van Justitie – om precies te zijn het Directoraat-Generaal van Politie – en de Sicherheitsdienst (SD) zich over deze zaak hadden gebogen. Volgens het toentertijd geldende “bezettingsrecht” moesten de elf exemplaren uit de Haarlemse boekhandel in beslag worden genomen en “onder toezicht in een daartoe geëigende papierverwerking” worden vernietigd. Elf exemplaren van het kinderboek “Peerke en z’n kameraden” werden verbrand. Elf exemplaren?
In een naoorlogs interview in het geïllustreerde protestants-christelijke gezinstijdschrift “De Spiegel” (1948) vertelde Van de Hulst dat “een grote politie-inspecteur de kleine-kinderboeken moest arresteren”. De inspecteur trof twaalf exemplaren aan bij de boekhandel. Na de oorlog bekende de politieman aan de bovenmeester: “Ik heb er maar elf afgeleverd, want het boek had me zó te pakken.”
Auteur: Jacques Dane
---------------
Verder lezen:
Boekverbranding Berlijn 1933: https://duitslandinstituut.nl/artikel/3087/het-bebelplatz
Jacques Dane, “De beentjes van Peerke”. In: ARGUS, 7 januari 2020
Sophia Geuze, “Peerke, heftig voor de kinderziel” (interview met Jacques Dane). In: “Reformatorisch Dagblad”, 27 december 2019. Online: https://www.rd.nl/boeken/peerke-heftig-voor-de-kinderziel-1.1620272