Eindexamens

De examendroom: een nachtmerrie

door: Jacques Dane

Door de COVID19-pandemie kregen eindexamenleerlingen in 2020 hun diploma "cadeau", maar dit jaar gaat het Centraal Schriftelijk Eindexamen (CSE) wel door. Voor veel eindexamenkandidaten gelden de examenweken als een periode van onafgebroken studeren, slecht slapen en stress. Gedurende deze tijd wordt de geestesgesteldheid danig op de proef gesteld: door al die examens worden leerlingen “grumpy”, korzelig, sikkeneurig, gevoelig, wrevelig, chagrijnig, aangebrand. Het eindexamen veroorzaakt een veelkleurig palet aan onaangename emoties.

Aanhoudende angst en stress, dikwijls in combinatie met slapeloosheid, hebben een negatieve invloed op ons dagelijkse functioneren. Mannen en vrouwen die hier langdurig  aan lijden, krijgen van de huisarts een pilletje of gaan in therapie. Onder eindexamenkandidaten circuleren tips over ontspannings- en slaapoefeningen. Huisartsen schrijven in ernstige gevallen soms tijdelijk rustgevende en zelfs angstdempende medicijnen voor.

Het is geen wonder dat het verschijnsel eindexamenstress soms jarenlang na het behalen van het felbegeerde middelbare schooldiploma zo nu en dan terugkeert in de menselijke geest. Door de vele berichten in de media – kranten bespreken dagelijks de afgenomen eindexamens – denken veel volwassen Nederlanders gedurende de meimaand terug aan hun eigen examens. Sommigen dromen er zelfs over.

Waar komt deze droom vandaan? Is er onderzoek naar verricht? Wat vertelt zo’n droom?

Tijdens mijn vorige baan – ik werkte als historicus onder psychologen en hield me bezig met het archiveren van hun brede vakgebied – stuitte ik tijdens de inventarisatie van het archief van een overleden hoogleraar psychologie op enkele volgeschreven “droomdagboeken” uit zijn studententijd: in de tweede helft van de jaren dertig noteerde hij in een schriftje wat hij zich van zijn dromen herinnerde. In de enorme papier- en boekenberg die deze professor tijdens zijn leven had verzameld, kwam ik ook een vuistdik, stukgelezen boek tegen: “Die Traumdeutung” [De droomduiding] (1900) van de wereldberoemde zenuwarts Sigmund Freud (1856-1939), de grondlegger van de psychoanalyse.

“Die Traumdeutung” bevat verklaringen voor het verschijnsel “examendroom”. Freuds clientèle, mannen en vrouwen uit de hogere burgerstand, klaagde over de hardnekkigheid van een angstdroom die zich in een specifieke situatie afspeelt: zittenblijven en zakken voor een school- of universitair examen. Volgens Freud zijn deze dromen “de onuitwisbare herinneringen aan de straffen die wij in onze kinderjaren voor gepleegde wandaden hebben ondergaan, welke aldus op de beide vertakkingspunten van onze studies, op de “dies irae, dies illa” [dag der toorn, o die dag – JD] van de strenge examens weer in ons innerlijk zijn opgekomen”.

Freud werkt zijn verklaring van de examendroom rond het thema straffen verder uit: “Nadat wij zijn opgehouden leerling te zijn, zijn het niet meer zoals eerst de ouders en opvoeders of later de leraren  die voor onze bestraffing zorg dragen; de onverbiddelijke oorzakelijke keten van het leven heeft zich met onze verdere opvoeding belast, en nu dromen wij over het eindexamen of over het doctoraal examen […] telkens wanneer wij verwachten dat het resultaat ons zal straffen omdat wij iets niet goed hebben gedaan, iets niet behoorlijk klaargespeeld, telkens wanneer wij de druk van een verantwoordelijkheid voelen.”

Freuds verklaring komt erop neer, dat de stressvolle examentijd gekoppeld wordt aan enerzijds het verantwoordelijkheidsgevoel dat we als kind aangeleerd krijgen en anderzijds de bestraffing door opvoeders – ouders en leraren – voor gemaakte fouten in de kindertijd. Een examen met goed gevolg afleggen is een grote verantwoordelijkheid en als je zakt omdat je bijvoorbeeld onvoldoende hebt gestudeerd, dan vrees je straf. De herinnering aan de examenperiode is zeer krachtig en zet zich daarom levenslang vast in het geheugen. Op gezette tijden, bijvoorbeeld bij het verrichten van een verantwoordelijke taak – of tegenwoordig bij het horen van nieuwsberichten over het Centraal Schriftelijk Eindexamen – duikt het onaangename gevoel van de examenangst soms op in een nachtmerrie: de examendroom.

Had Sigmund Freud gelijk? Dat is onbekend. Freuds theorieën zijn de in de afgelopen eeuw bekritiseerd. Ook zijn verklaring van de examendroom moest er aan geloven. Criticus Karel van het Reve (1921-1999) bijvoorbeeld maakte er brandhout van, omdat Freuds verduidelijking gebaseerd zou zijn op enkele gevalsbeschrijvingen die niet te veralgemeniseren zijn. De altijd voortreffelijk geïnformeerde Karel van het Reve blies deze keer wel hoog van de toren, omdat Freud zich in 1900 ook al bewust was van dit probleem en dit niet voor zijn lezerspubliek verzweeg: “De toetsen waaraan ik deze verklaring bij mijzelf en anderen heb kunnen onderwerpen, zijn goed uitgekomen,” schrijft hij,  “ook al waren ze niet talrijk genoeg.”

Examens, in welke vorm dan ook, spelen een belangrijke rol in onze samenleving. Om dit te illustreren, toonde psycholoog en dromendeskundige Douwe Draaisme in een filmpje tal van examens en getuigschriften die een mens in de loop van het leven kan behalen: zwemdiploma, verkeersdiploma, zondagsschoolgetuigschrift, diploma middelbare school, doctoraal examen. Draaisma vergat het strikdiploma van de kleuterschool te noemen. Na zo’n opsomming lijkt ons leven uit louter examens te bestaan.

Barbara Roukema, psycholoog en voorzitter van de Vereniging voor de Studie van Dromen, verklaarde in “NRC|Handelsblad” (10 mei 2014) dat in de westerse cultuur het eindexamen een belangrijk overgangsritueel is: “Een proeve van bekwaamheid. Zij die slagen, hebben bewezen te beschikken over genoeg wijsheid en kunde om te worden opgenomen in de samenleving van de volwassenen.”

Wie door z’n  wimpers naar de westerse samenleving kijkt, zal na enig turen bevestigen dat volwassenen ook na hun middelbare schooltijd onderworpen worden aan tal van examenvarianten: audits, visitatiecommissies, herregistraties, bijscholingen met toetsen. De gevreesde meimaand lijkt na de middelbare school niet de laatste proef te zijn: ook in het volwassenleven zijn er tal van nachtmerrieachtige toetsmomenten.

*Deze tekst is een bewerking van een artikel dat verscheen in het tijdschrift TOETS (nummer 6, maart 2016, blz. 44-45).